De bruine kiekendief (Circus aeruginosus) is een vogel van open gebieden die binnen Nederland vooral in het noorden en westelijke deel broedt.  Helaas heeft de bruine kiekendief het moeilijk. Door verdroging en verruiging van het natuurlijk broedhabitat verplaatst de bruine kiekendief steeds vaker naar akkers met bijvoorbeeld winter- of zomertarwe of luzerne. Een prima broedbiotoop, maar met het risico dat het nest onbedoeld wordt uitgemaaid tijdens de oogst.

Hoe herken je een kiekendief?

kiekendief

Kijk voor meer informatie op:  https://www.roofvogelszeeland.nl/beeldverslagen/herkennen

Wanneer heeft de bruine kiekendief mogelijk voor je akker gekozen?

  • Bruine kiekendieven hebben een voorkeur voor gerst, tarwe, luzerne en graszaad;
  • De kiekendief vliegt regelmatig boven het gewas en landt steeds op dezelfde plaats;
  • De kiekendief vliegt met iets in zijn poten;
  • Er vindt prooioverdracht plaats. Twee bruine kiekendieven (mannetje en vrouwtje) vliegen naar elkaar toe of volgen elkaar;
  • De kiekendieven zijn tussen eind maart en augustus te zien.
combine

Er broedt een kiekendief op mijn land! Wat nu?

Broedt er een bruine kiekendief op je perceel? Dat is goed nieuws! Wees gerust, de bedrijfsvoering kan gewoon doorgaan en er is geen schade aan het gewas. Sterker nog, kiekendieven eten en verjagen plaagdieren. Ga liever niet zelf op zoek naar het nest maar neem contact op een vrijwilliger uit jouw regio:

  • West Zeeuws-Vlaanderen: Johnny of Eveline 06-12 32 48 18 of 06-30 91 85 00
  • Oost Zeeuws-Vlaanderen: Marian 06 12268104
  • Walcheren: Mario 06-42 32 02 99
  • Tholen: Dick 06-21 60 65 24
  • Schouwen-Duiveland: Co 06-48 18 01 80
  • Zuid-Beveland: Jan 06-20 94 32 75
  • Noord-Beveland: Tom 06-57 53 75 83

Let op: bij geen gehoor kun je ook coördinatoren van andere regio's contacteren.

Hoe gaat Steunpunt Bruine Kiekendief te werk?

Opsporen: Vrijwilligers van het Steunpunt komen ter plaatse en observeren de vogels op afstand en proberen het nest uit te peilen. Daarvoor is specialistische kennis van het gedrag nodig. De meest gebruikte methode is het op afstand volgen van een naar het nest vliegende ouder met prooi. Door dit vanuit verschillende standpunten te doen, ontstaat een kruispeiling waarna het vaststellen van de exacte locatie kan beginnen. Bij het vaststellen van de nestlocatie wordt in de spuitsporen gelopen. Lopen door het gewas wordt zo veel mogelijk gemeden. Dit voorkomt dat grondpredatoren het nest alsnog vinden en ook voor de landbouwer is het prettig te weten dat er geen gewas wordt vertrapt. De laatste jaren wordt meer en meer gebruik gemaakt van drones.

website1

Markeren en omrasteren: Als er geoogst wordt voordat de jongen zijn uitgevlogen is het belangrijk om maatregelen te treffen om de jongen te beschermen. Ook hierin voorziet het steunpunt volledig. In de praktijk is gebleken dat het vrijwaren van een stuk van 7x7 meter rondom het nest en het plaatsen van een laag raster goede bescherming biedt. Dit raster wordt direct na de oogst geplaatst. Nadat de jongen zijn uitgevlogen wordt het raster verwijderd, dit is meestal een paar dagen tot een paar weken na de oogst. Het gevrijwaarde stuk kan dan alsnog geoogst worden.

 

website

Samenwerking

Roofvogelwerkgroep hzl Provincie Zeeland ZLTO slz pnz

Foto's: Johnny Du Burck